Als brocante-liefhebber is Frankrijk het land bij uitstek om mooie markten te bezoeken en spullen in te kopen. Afgelopen juni maakten wij hiervoor onze eerste trip richting de Provence. Maar naast de vele markten ontdekten we ook de meest prachtige stadjes en dorpjes die de Provence te bieden heeft. In deze post vertel ik je over de mooiste plaatsjes die wij bezocht hebben, inclusief handige weetjes en tips.
Eén van de eerste plaatsjes die wij bezochten was Gordes. Dit kleine dorpje heeft een bijzondere ligging bovenop een heuveltop in het Luberon-gebergte. Onderweg kom je een uitkijkpunt tegen waar je het dorp in zijn geheel kan zien liggen. Gordes zelf is een heerlijk plekje om even doorheen te wandelen en een terrasje te pakken. Wij combineerden het samen met een bezoek aan de abdij van Sénanque, die er vlakbij ligt. Als je toch in de buurt bent, mag je deze zeker niet overslaan. Hou er wel rekening mee dat bij een bezoek in juni de beroemde lavendelvelden voor de abdij nog niet volledig in bloei staan. Deze komen pas in juli en augustus tot hun volle glorie.
Op ongeveer 15 minuten rijden van Gordes vind je het plaatsje Rousillon. Dit dorpje staat bekend om zijn okermijn, waar tot aan het begin van de 20e eeuw oker werd gewonnen. Dit resulteert in een bijzonder kleurrijk dorp waar alle gebouwen zijn voorzien van een warm oker-pigment. Hoogtepunt vonden wij het fotogenieke gemeentehuis met zijn lichtblauwe luikjes. Ook is het mogelijk om een bezoek te brengen aan de oude okermijn, waar je tevens een wandeling maakt door het bijzondere rood/oranje landschap.
Voor een echte gezellige Franse markt kun je elke vrijdagochtend terecht in Eygalières. Dit gemoedelijke dorpje ligt in een prachtige omgeving en vonden we alleen daarom al een bezoekje waard. De markt biedt naast groente en fruit ook volop lokale producten zoals lavendel, zeep, strohoeden en aardewerk. Ook zijn er allerlei delicatesses te vinden. Al met al een heerlijke plek om eens goed de Provencaalse sfeer op te snuiven.
Als je houdt van struinen door pittoreske straatjes vol winkeltjes en restaurants, ben je in Lourmarin aan het juiste adres. Wij arriveerden hier in de middag en parkeerden onze auto vlakbij het kasteel. Vanaf daar beloofde de aangename kleine wandeling naar de dorpskern al veel goeds: we passeerden een bijzondere oude fontein, ezeltjes in de wei en een oud huis rijkelijk begroeid met bloeiende jasmijn. Het dorpje zelf is een lust voor het oog en bovenal heel bruisend. Maar dwaal ook zeker even af in de rustigere straatjes buiten de dorpskern, want daar vind je eveneens schilderachtige plekjes. Lourmarin is één van de mooiste dorpjes die wij tijdens onze vakantie bezocht hebben.
Over mooie dorpjes gesproken, Saignon is misschien wel de mooiste van allemaal. Dit kleine middeleeuwse bergdorpje in de Luberon heeft naast een adembenemend mooie fontein ook talloze kleine straatjes en paadjes waar je je ogen uitkijkt en de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Wij arriveerden hier in de late namiddag, waardoor het er vrij rustig was. En dat is ook precies passend bij de sfeer van dit authentieke dorpje. Op het piepkleine terrasje pal naast de fontein dronken we een heerlijk kopje koffie en voelden we ons even onderdeel van dit prachtige plekje.
Op zo’n 20 minuten afstand van Saignon ligt nog een charmant bergdorpje: Bonnieux. Ook hier is alleen de rit er naartoe al de moeite waard. Zo kwamen we onderweg het meest schitterende dieppaarse bloeiende lavendelveld tegen, niet geheel vanzelfsprekend in juni. Na hier een korte stop te hebben gemaakt, arriveerden we in Bonnieux. Dit dorpje is niet al te toeristisch, maar wat vooral indruk maakt is het fenomenale uitzicht over de vallei. Een aanrader is om hier in de vooravond te komen, waar je in één van de vele restaurantjes kan genieten van een mooie zonsondergang.
Les Baux-de-Provence is een dorpje middenin de Alpilles en laat zich nog het meest omschrijven als een openluchtmuseum: je wandelt er voor je gevoel rechtstreeks de middeleeuwen in. Dit toeristische dorpje staat vol met eeuwenoude gebouwen en monumenten, waar je bij sommige ook naar binnen mag. Helemaal bovenin vind je een oude begraafplaats en een uitkijkpunt. ‘Les Baux’ kenmerkt zich door een geheel eigen sfeer en architectuur, waarmee het zich onderscheidt van de andere dorpen. Wij waren aangenaam verrast.
Nog een plaatsje dat ons positief verraste: Uzes. Dit charmante stadje heeft meerdere winkelstraten en een sfeervol plein met restaurants. Ideaal om een middagje doorheen te slenteren. Maar het allerleukst vonden wij ons bezoek aan de middeleeuwse tuin, ergens in een zijstraatje nabij het centrum. Hier heeft men zo goed mogelijk een gesloten stadstuin nagebootst, zoals deze er in de middeleeuwen ongeveer uit moet hebben gezien. Met bijbehorende planten en gewassen. Hoe leuk is dat? En leerzaam. Onderdeel van de tuin is een eeuwenoude toren waar je via een smalle stenen draaitrap uitkomt op een dakterras met uitzicht over de hele stad.
Sault wordt ook wel de lavendelhoofdstad van de Provence genoemd. Een uitstapje naar Sault is daarom perfect te combineren met een wandeling door de vele omliggende lavendelvelden. Jammergenoeg stonden deze toen wij er waren nog niet in bloei. Niettemin maakte een bezoek aan het dorpje veel goed: pittoreske huisjes, een lieflijk lavendelwinkeltje en lunch met uitzicht over de mooie omgeving. Ook de terugrit (richting de Luberon) was geen straf: menig keer zijn we gestopt om het indrukwekkende landschap in ons op te nemen. Het is dan ook niet voor niets een geliefd gebied onder wielrenners.
Nog zo’n fijn stadje om doorheen te struinen. ‘Saint Remy’ heeft eigenlijk alles om een gezellig middagje of avondje te vertoeven. Mooie verzorgde straatjes, boutiques en goede restaurants. Maar het allerleukst is de grote markt op woensdagochtend, die door het hele centrum loopt. Met eindeloos veel kraampjes vol Provencaalse producten en een fantastische sfeer. Het is een genot om hier overheen te wandelen. Wij kochten er Marseillezeep en bosjes gedroogde lavendel, om de ochtend daarna af te sluiten op een gezellig terrasje.
Dan last but not least: Avignon. Een sfeervolle grote stad met een rijke historie. Dit is terug te zien in de vele oude gebouwen en indrukwekkende architectuur die de stad rijk is, met als hoogtepunt het pausenpaleis. Dit is het grootste gotische bouwwerk van Europa, waar de pausen in de middeleeuwen hun toevlucht zochten tijdens hun ballingschap uit Rome. Het paleis is ook van binnen te bewonderen, maar wij kozen ervoor om de stad verder te ontdekken. Nog een goede tip voor de brocanteliefhebber: iedere zaterdag is er een fantastische brocantemarkt in Villeneuve-lès-Avignon, een voorstadje van Avignon. Wij combineerden een bezoekje aan de markt met een uitstapje naar Avignon.
Mocht je zelf naar de Provence gaan, zijn bovengenoemde dorpjes en stadjes stuk voor stuk een bezoekje waard. Wij verbleven in het gebied nabij de Alpilles en Luberon, twee laaggebergten met een afwisselend en veelzijdig landschap. Van rotsachtige bergen en groene heuvels tot wijngaarden en lavendelvelden, het is er allemaal. Ideaal om doorheen te touren en alle mooie plaatsjes aan te doen. Mocht je ook in juni gaan, hou er dan wel rekening mee dat het overgrote deel van de lavendelvelden nog niet in volle bloei staat. Een enkel veld is al wel diep paars, maar je moet goed zoeken. Verder is juni voor een wat actievere vakantie als deze een prima maand om te gaan, de temperaturen zijn goed te doen. Ik zou zeggen, ga de Provence ontdekken en laat je verrassen door al het moois!
